Het arboretum is een ‘leerbos’ sinds 1940. Vroeger vonden er al allerlei studentenexcuries en onderzoeken plaats en dat gebeurt nu nog.
Op excursie
Studenten Bos en Natuurbeheer van Wageningen Universiteit doen hier onderzoek naar kijken naar bodem, bodemdieren, boomsoorten en kruidachtige vegetatie.
Gespot
Reeën zijn er geregeld te zien in het Arboretum, en het liefst komen ze in het rustige middendeel. Dat bleek uit een studentenonderzoek met dag- en nachtopnames (cameravallen) op drie verschillende plekken. In het hele gebied zijn ook zonder opnames sporen te vinden van reeën: pootafdrukken in het zand, aangevreten boompjes, of ligplekken (de plaatsen waar reeën rusten en slapen). De ligplekken kun je herkennen aan een ovaalvorming kuil of vastgedrukte grond.
Naald en loof: op zoek naar bladvertering
In 2021 is er en bladverteringsonderzoek gestart door Wageningen Universiteit. Van 40 boom- en struiksoorten liggen op twee plekken in het Arboretum samples in bakken. De meeste herfstbladeren doen er een jaar of anderhalf jaar over om te verteren. Er zijn wel grote verschillen. Dennennaalden en eikenbladeren verteren veel langzamer dan bijvoorbeeld bladeren van de populier. Na een jaar wordt gekeken hoe veel blad er verteerd is door droge stof terug te winnen.
Met dit onderzoek bekijkt Wageningen Universiteit welke boomsoorten goed zijn voor een rijke strooisel- en humuslaag in het bos. Voor jonge bomen is een rijke strooisellaag vaak belangrijk. Het bos neemt dan een groeispurt.
Vitale bossen
In het arboretum worden bijzondere boomsoorten getoetst op hun geschiktheid voor Nederlandse bossen en parken