Oude kaart, waarop de contouren van het huidige arboretum zijn ingetekend.
1570
De Moft
Het gebied waar nu Oostereng ligt, staat op de kaart van Thomas Witteroos uit 1570 vermeld als De Moft. De Moft was een oud bosgebied van ongeveer 2000 hectare tussen Het Renkums Beekdal, Wageningen, Bennekom, Ede en Ginckel. Op de plaats waar nu het arboretum ligt staat geschreven “die hegge an t boomken” (oostelijk van “De Leemkuijl”). Een hegge is een perceel eikenhakhout. Op de kaart van het Moftbos uit 1680 (in P. Jansen, 2012, p. 209) staan boompjes ingetekend, maar het is niet duidelijk of het werkelijk bos was of deels heide.
1833
Boompjes-heide
De topografische kaart van De Man (1802-1812) laat zien dat het gebied van Oostereng voornamelijk uit heide bestond. Omstreeks 1833 heet het huidige Oostereng “Boompjes-Heide”.
Tussen 1823 en 1828 is het terrein met dennen beplant door de Domeinen van de Staat. Door rupsenplagen in deze monocultures dennen moesten de meeste dennenbossen na 1846 gekapt worden. Ter plaatse van Oostereng bleven de dennenbossen nog wel behouden. In 1847 of 1848 werd 280 hectare verkocht aan de heren C. Dros en A. Tieleman, die in 1854 een boerderij bouwden op de plek van de latere villa.
1870
De naam Oostereng
De naam Oostereng verschijnt voor het eerst. In 1870 werd de boerderij verbouwd tot een herenhuis. Zij verkochten hun bezit van 305 hectare in 1873. In de beschrijving staat het grondgebruik vermeld: “….moestuin, kersen- en appelboomgaarden, bosschen van lanen van eiken, beuken, … Bosschen en lanen van eiken, beuken, larix, berken en dennen, hakhout, bouw en enig weiland, oude boschgronden, meerendeels gespit en geploegd”.
1873
De familie Quarles van Ufford
De familie Quarles van Ufford had het landgoed in bezit van 1873 tot 1898. Zij teelden behalve kersen en appels ook allerlei soorten bessen. Enkele zwarte bessen (waarschijnlijk nakomelingen van de bessenkwekerijen) zijn nog te vinden langs de westelijke grens van het landgoed. Amerikaanse blauwe bessen zijn niet in de verslagen of rekeningen genoemd, maar groeien nu nog in bosvak 12. W. Insinger kocht Oostereng in 1898 en in 1911 een villa bouwen.
Op de kaart van Hemmo Bos uit 1890 en op de topografische kaart van 1906 staat de indeling van landgoed Oostereng met de halfronde oprijlaan voor het huis langs en de plaats van de boomgaarden. Door bemesting van de boomgaarden en tuinen zijn de gronden voedselrijk geworden, het effect hiervan is nog steeds te merken. Ook Staatsbosbeheer bemestte de gronden voor aanplant vaak met kalkmergel en thomas-slakkenmeel.
1911
Boomaanplant door Leonard Springer
In 1911 ontwierp Leonard Springer het park, een bloementuin ten oosten van het landhuis en twee percelen als arboretum, en ook verlegde hij de oprijlaan tot achter het huis langs. Springer was behalve een beroemd tuinarchitect, ook dendroloog en hij kocht bijzondere boomsoorten voor Oostereng, in 1915 o.a. een roodbladige berk, een wilgbladige eik en een Betula Bhojpatra (huidige naam Betula utilis); deze bomen zijn er niet meer. Springer verzamelde bomen en hield toezicht op Oostereng tot 1932. Springer beproefde op Oostereng een aantal toen weinig bekende bosboomsoorten als edele zilverspar, hemlock, Thuja (en Chamaecyparis) en schreef over de eerste drie in het Nederlands Bosbouwtijdschrift van 1936 en 1940. Een aantal van deze inmiddels bijna 100 jaar oude bomen zijn nog terug te vinden in de twee arboretumpercelen en in het bos ten noorden daarvan.1941
Loopgraven rond de villa
Het jaarverslag van 1944 meldt: “Rond de villa werden loopgraven en kleine stellingen aangelegd. De boomen aan de West en Noordzijde van de villa werden beschadigd door het zeer onoordeelkundig aanbrengen van een zevenvoudige prikkeldraadversperring”. Op 17 September kwam de boschwachterij plotseling aan het oorlogsfront te liggen, zoodat vanaf deze datum niet meer gewerkt werd. Dit verslag is onvolledig, daar ten gevolge van den oorlog de meeste gegevens verloren gingen” (4).
Uit het jaarverslag van 1945:
“Uitgaven: Afbreken van tijdens den oorlog aangebrachte afrasteringen en versperringen rond de villa, aanbrengen van nieuwe afrasteringen rond arboretum f.819,-. Opruimen van oorlogstuig, slechten van stellingen, dichten van dekkingsgaten f.1240,-. Afbraak westelijke muur van de villa met bikken van de steenen f.1140,60. Opbrengsten: Verbrand ijzer verwoeste woningen f.30,-. Afbraak schuurtje tuin villa f.25,- (5).
“Voor de afbraak van de villa en de boswachterswoning met transport van het vrijkomende puin werd f.5172,49 uitgegeven”. De reparatie van het dak van het transformatiehuisje (nu boshuis met transformatordeel) kostte f.10,28. “Afwerken van het slechten van stellingen en dichten van dekkingsgaten f.743,-“ (6).
In 1947:
“Uitgaven. Dichten van de laatste stellingen en bomtrechters, verzamelen en afvoeren van de resten oorlogsmateriaal f.286,73. Plaatsen van nieuwe rasterpalen rond de kwekerij en het arboretum, reparatie van oud gaas en het aanbrengen van nieuw gaas f. 101,14. Opbrengsten. Oud ijzer, kassen voormalige villatuin f.25,-” (7).
In 1948:
“Onderhoud rasterpalen rond kwekerij en arboretum, reparatie van oud gaas en aanbrengen van nieuw gaas f.87,13.”(8).
in 1949: “In de vroegere moestuin, No.6 ged. ter grootte van 0.40 ha werden de door oorlogshandelingen verwoeste glazen broeikassen en broeibakken, alsmede de stenen muur afgebroken en afgevoerd. De zware coniferenhaag werd gerooid, .. In de afd. 5 ……werden ….. enige bessenstruiken en oude fruitbomen gerooid”. Er zijn 2 stormen gemeld waardoor er veel stormhout werd geruimd. Veel geveld hout ging naar de “villaplaats”. (9).
In de jaarverslagen van 1950 t/m 1955 wordt het arboretum niet genoemd.
(1) Boschwachterij “Oostereng”. Jaarverslag 1941. 28-03-1942. C.J. Six Dijkstra.
(2) Boschwachterij “Oostereng”. Jaarverslag 1942.
(3) Boschwachterij “Oostereng”. Jaarverslag 1943.
(4) Boschwachterij “Oostereng”. Jaarverslag 1944. C.J. Six Dijkstra.
(5) Boschwachterij “Oostereng”. Jaarverslag 1945. 24 juni 1946. C.J. Six Dijkstra.
(6) Boschwachterij “Oostereng”. Jaarverslag 1946. 29 mei 1947. C.J. Six Dijkstra.
(7) Boschwachterij “Oostereng”. Jaarverslag 1947.
(8) Boschwachterij “Oostereng”. Jaarverslag 1948.
(9) Boschwachterij “Oostereng”. Jaarverslag 1949.
1952
In februari 1952 verscheen de “Lijst van houtsoorten in het Arboretum van “Oostereng”. De brief uit 22-09-1952 van Prof. Dr. G. Houtzagers, afd. Houtteelt van de Landbouwhogeschool aan Six Dijkstra, Bosbouwkundig Ambtenaar, Oostereng, Bennekom, vermeldt een zomercontrole van het arboretum en de wijziging van 3 namen van bomen uit de lijst.
Prof. G. Houtzagers was hoogleraar houtteelt van 1947 tot 1957 en betrokken bij het bosbeheer en –onderzoek van het leerbos Oostereng.